Afschaffing Bedrijfshuuradviescommissies: onafhankelijkheid in het geding?

De Bedrijfshuuradviescommissies van de Kamers van Koophandel worden vanaf 1 januari 2014 opgeheven. Sinds de oprichting in 1981 hebben deze commissies deskundig en onafhankelijk advies gegeven bij geschillen over huurprijzen van middenstandbedrijfsruimte. De reden van de opheffing is onduidelijk, wel valt de opheffing samen met het vervangen van de centrale vestigingen van de Kamer van Koophandel voor één centrale kamer met vijf regiokamers. Feit is dat met het verdwijnen van de commissies partijen bij de huurprijsvaststelling zijn ‘overgeleverd’ aan het advies van commerciële vastgoedpartijen.

Vordering huurprijsvaststelling
Verhuurder of huurder kunnen vorderen dat de rechter de huurprijs nader vaststelt, wanneer de afgesproken huurprijs niet (meer) overeenstemt met die van vergelijkbare bedrijfsruimte en partijen hier onderling niet uitkomen. Zo’n vordering tot nadere huurprijsvaststelling moet vergezeld gaan van een deskundigenadvies, opgesteld door een deskundige die door partijen gezamenlijk is benoemd. Het blijkt in de praktijk vaak lastig voor partijen om gezamenlijk een makelaar of taxateur te benoemen, omdat er snel discussie ontstaat over de onafhankelijkheid. Komen partijen er onderling niet uit, dan kan de kantonrechter worden verzocht een deskundige te benoemen. Gezien hun onafhankelijke en objectieve positie, werd in de praktijk hiervoor veelal door zowel partijen als kantonrechters een beroep gedaan op de Bedrijfshuuradviescommissies.

Alternatieven
Wanneer de Bedrijfshuuradviescommissies verdwijnen, zal naar alternatieven gekeken moeten worden om alsnog een objectieve en onafhankelijke deskundige aan te wijzen. Zo is het mogelijk dat iedere partij afzonderlijk een deskundige kiest die vervolgens gezamenlijk een advies uitbrengen. Op deze manier zijn beide partijen ervan verzekerd dat hun belangen worden vertegenwoordigd. Nadeel is wel dat de benoeming van twee deskundigen extra kosten met zich meebrengt.

Voorbeeld van de wijze waarop de kantonrechter op zoek is gegaan naar een alternatief is een uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam eerder dit jaar. Het benoemen van een Bedrijfshuuradviescommissie als deskundige was op dat moment al geen optie meer, aangezien deze wegens de nadere opheffing geen nieuwe verzoeken meer in behandeling neemt. Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling ermee ingestemd dat de kantonrechter zou overgaan tot benoeming van een andere deskundige. Hiertoe nam de kantonrechter ter zitting telefonisch contact op met twee verschillende makelaars, waarbij de tweede makelaar geen enkele binding bleek te hebben met partijen en bereid was als deskundige op te treden. Vervolgens heeft de kantonrechter die makelaar als deskundige benoemd en gevraagd te adviseren over de nadere huurprijs.

Door de opheffing van de Bedrijfshuuradviescommissies is het onzeker welke deskundige de kantonrechter aanwijst en of kantonrechters een lijst met deskundigen zullen hanteren. Het is bovendien niet uitgesloten dat de kosten van de nieuwe deskundigen hoger zullen uitvallen dan die van de Bedrijfshuuradviescommissies waardoor partijen in de praktijk sneller genegen zullen zijn om onderling overeenstemming te bereiken. Daarentegen zou het verdwijnen van de Bedrijfshuuradviescommissies ook kunnen leiden tot kortere procedures. De toekomst zal moeten uitwijzen hoe dit zich in de praktijk verder ontwikkelt.

Bent u huurder of verhuurder van een middenstandsbedrijfsruimte en wilt u geadviseerd worden over alle ins en outs met betrekking tot een nadere huurprijsvaststelling? Neem dan vrijblijvend contact met mij op.

mr. Marsja Wierenga
E-mail: mwierenga@vanodijk.nl