Niets is onmogelijk: eenzijdige salarisverlaging in tijden van corona
Anno 2015 verkeerde V&D in zwaar weer. In een laatste poging het bedrijf te redden, besloot de directie van V&D om de salarissen van haar werknemers eenzijdig te wijzigen. Het betrof een salarisverlaging van gemiddeld 5,8% voor een periode van twee jaar. Met deze gang van zaken waren de werknemers het niet eens. Zij spanden een procedure aan tegen V&D en werden door de rechter in het gelijk gesteld. Volgens de rechter hoefde een werknemer niet in te stemmen met een salarisverlaging omdat het een primaire arbeidsvoorwaarde betrof en de verlaging te substantieel werd bevonden. Het feit dat V&D al met één been in het faillissement stond, maakte daar geen verschil in. We weten hoe het vervolgens met V&D is afgelopen.
Maar hoe zit dat anno 2020, ten tijde van de coronacrisis waarin bedrijven alle mogelijke middelen aanpakken om het hoofd boven water te houden? Recentelijk zijn drie uitspraken verschenen waarin bedrijven toch de mogelijkheid lijkt te worden geboden om tot salarisverlaging over te gaan wegens de coronacrisis. Graag informeren wij u hierover.
In de eerste zaak verlaagde de werkgever, een horecaonderneming die wegens corona gedwongen was gesloten, eenzijdig de salarissen van haar werknemers met 50%. De rechtbank overwoog dat de coronacrisis een buitengewone omstandigheid is waardoor de werkgever in een bedrijfseconomische noodsituatie verkeerde. Dit maakte volgens de rechtbank dat de werkgever een zwaarwichtig belang had op grond waarvan van werknemers in redelijkheid kon worden gevraagd om bepaalde arbeidsvoorwaardelijke aanspraken op te schorten of zelfs geheel prijs te geven. De werkgever mocht in dit geval echter niet een eenzijdige salarisverlaging van 50% gedurende meerdere maanden van haar werknemers verlangen. Daarvoor waren twee aspecten van belang: de salarisverlaging was zonder overleg met de werknemers doorgevoerd en het was niet duidelijk voor welke periode de salarisverlaging zou zijn.
Een paar maanden later boog de rechtbank zich voor de tweede keer over een kwestie waarin de werkgever eenzijdig het salaris van haar personeel had verlaagd. Het betrof een verlaging van 25% gedurende drie maanden, waarbij de werknemers een compensatie voor de toekomst werd beloofd. Hoewel het een forse salarisverlaging betrof, oordeelde de rechtbank dat een buitengewone noodsituatie zoals de coronacrisis met zich kan brengen dat een werknemer akkoord dient te gaan met een tijdelijke salarisverlaging (waar een compensatie in de toekomst tegenover staat). Daarbij werd door de rechtbank eveneens van belang geacht dat vrijwel alle werknemers met het voorstel hadden ingestemd. Desalniettemin trok de betreffende werkgever toch aan het kortste eind: doordat hij niet had onderbouwd vanwege welke (financiële) redenen hij tot salarisverlaging was overgegaan, werd de eenzijdige wijziging niet toelaatbaar geacht.
In het verlengde van deze uitspraken van Hollandse bodem, oordeelde ook het Hof in Aruba dat een tijdelijke salarisverlaging vanwege de coronacrisis toelaatbaar zou kunnen zijn als de werkgever daarvoor voldoende aanleiding heeft en hij de werknemers goed informeert.
Uit de rechtspraak blijkt dus dat een salarisverlaging in tijden van corona niet onmogelijk is. Uit bovengenoemde uitspraken kan worden afgeleid dat hierbij van belang is dat de werkgever de financiële noodzaak onderbouwt, overleg voert met haar werknemers, de salarisverlaging van tijdelijke aard laat zijn en een compensatie voor de salarisverlaging in de toekomst mogelijk maakt. Heeft u vragen of wilt u meer weten over de mogelijkheden om de arbeidsvoorwaarden van uw werknemers eenzijdig te wijzigen? Neemt u dan gerust contact op met onze arbeidsrecht specialisten Linda van der Vaart en Saskia Bollen via 030-2516124, lvandervaart@vanodijk.nl of sbollen@vanodijk.nl.