Sociaal akkoord over flexwerk!
Het zal u waarschijnlijk niet zijn ontgaan, werkgevers en vakbonden hebben een akkoord gesloten over nieuwe regels rondom werk. Het akkoord is onderdeel van een advies dat is opgesteld door de Sociaal Economische Raad (SER). De belangrijkste aanbevelingen hebben wij in het onderstaande voor u op een rij gezet.
Beperken flexibele arbeidsrelaties
De aanbevelingen van de SER zien enerzijds op het beperken van flexibele arbeidsrelaties. De SER adviseert ten aanzien daarvan tot de volgende wijzigingen over te gaan:
- Oproepcontracten (waaronder nulurencontracten) verdwijnen. Er moet een minimum aantal uur per kwartaal worden overeengekomen zodat het loon van een werknemer voorspelbaar is. Contracten met studenten en scholieren zijn uitgezonderd.
- Uitzendarbeid wordt aanzienlijk beperkt doordat de duur van fase A (het uitzendbeding en het onbeperkt gebruik van tijdelijke contracten en uitsluiting van de loondoorbetalingsplicht) wordt beperkt tot 52 gewerkte weken. Fase B wordt beperkt tot maximaal zes tijdelijke contracten gedurende 2 jaar. Totaal zal dan dus een maximale termijn van 3 jaar gelden, daar waar de huidige cao 5,5 jaar voorschrijft. Daarnaast krijgen uitzendwerknemers recht op tenminste gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als die gelden bij de inlener.
- Voor zelfstandigen zal een minimum uurloon gelden. Voor werkenden die minder verdienen dan het maximumdagloon (30 tot 35 euro per uur) ontstaat een rechtsvermoeden dat zij werknemers zijn. Daarnaast zal het fiscaal minder aantrekkelijk worden om als zelfstandige werkzaamheden te verrichten doordat de zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd. Verder worden zelfstandigen verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
- Er mogen maximaal drie tijdelijke contracten voor een maximale duur van drie jaar worden aangegaan. Dit geldt nu ook al. De onderbrekingstermijn van zes maanden komt echter te vervallen, behalve voor scholieren, studenten en seizoensarbeiders.
Vaste dienstverbanden aantrekkelijker
Anderzijds adviseert de SER het aantrekkelijker maken van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd door de volgende maatregelen:
- Werkgevers krijgen de mogelijkheid om eenzijdig de arbeidsduur (tijdelijk) voor alle werknemers met maximaal 20 procent te verlagen bij bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag zouden hebben geleid. De werkgever kan hiertoe eenzijdig besluiten, indien het loon volledig wordt doorbetaald. De werkgever krijgt 75% van de loonkosten over de verlaagde arbeidsduur vergoed door een compensatieregeling.
- Werkgever en werknemer kunnen met wederzijds goedvinden bij dreigend ontslag kiezen voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met inbegrip van een van-werk-naar-werk-route. Er is dan geen transitievergoeding verschuldigd. Indien het lukt om een werknemer vanuit een flexibel contract naar een contract voor onbepaalde tijd te begeleiden krijgt de werkgever daarnaast de flex-opslag op de WW-premie met terugwerkende kracht gerestitueerd.
- Er komt één nieuwe regeling voor verlofregelingen zoals geboorteverlof, vaderschapsverlof, calamiteitenverlof, zorgverlof etc.: de regeling ‘Maatschappelijk verlof’.
- Werkgevers blijven verantwoordelijk voor twee jaar loondoorbetaling bij ziekte en voor het verloop van het re-integratieproces. Middels een verzekering kunnen werkgevers deze verantwoordelijkheid en bijbehorende verplichtingen echter overdragen. Ook worden de re-integratieregels versoepeld.
- Een WIA-uitkering wordt ook mogelijk bij een inkomensverlies tussen de 15% en 35%.
- De periode waarover werkgevers WGA-lasten betalen wordt verkort van tien naar vijf jaar.
Het bovenstaande betreft een ‘middellangetermijnadvies aan het nieuwe kabinet. Overigens is het advies nog niet definitief; dit dienen partijen nog te bespreken met hun achterban. Van de ontwikkelingen zullen wij u vanzelfsprekend op de hoogte houden.
Heeft u naar aanleiding van het lezen van deze blog vragen? Neemt u dan gerust contact op met Saskia Bollen of Sabrina Verzaal via 030-2516124, sbollen@vanodijk.nl of sverzaal@vanodijk.nl.