Turboliquidatie van de ontbonden rechtspersoon en de onbetaald gelaten crediteur

1. Wettelijk kader
Artikel 2:19 lid 1 onderdeel a en lid 4 van het Burgerlijk Wetboek biedt een rechtspersoon zonder baten de mogelijkheid om zichzelf te ontbinden, de rechtspersoon houdt dan op te bestaan:

Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur […] daarvan opgaaf aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven.”

2. Wat is een turboliquidatie?
In de periode 2016 tot en met 2020 hebben tussen de 30.000 en 40.000 ontbindingen zonder baten plaatsgevonden als gevolg van een ontbindingsbesluit, waarbij tot 2019 een jaarlijkse toename zichtbaar is en het grotendeels gaat om besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (78%) en stichtingen (16%). In geval van een B.V. neemt de algemene vergadering een ontbindingsbesluit dat vervolgens door de bestuurder van de B.V. met een vooraf ingevuld formulier wordt ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. In de praktijk wordt deze vorm van ontbinding van een rechtspersoon ‘turboliquidatie’ genoemd.

Bij het beëindigen van een rechtspersoon via deze weg hoeven aanzienlijk minder formaliteiten in acht te worden genomen, dan bij een vereffening met baten. Als de rechtspersoon wel baten heeft op het tijdstip van ontbinding, blijft hij na ontbinding voortbestaan voor zover dat nodig is voor de vereffening van die baten. Zijn vermogen wordt dan vereffend door een vereffenaar

3. Malafide turboliquidaties

Als een rechtspersoon geen baten heeft op het tijdstip van ontbinding, dan valt het tijdstip van ontbinding samen met de beëindiging van de rechtspersoon. Dit geldt ook als hij schulden heeft: de schuldeiser kan een omvangrijke vordering op een geturboliquideerde B.V. hebben die dan feitelijk oninbaar is geworden. Dit automatische gevolg kan ertoe leiden dat malafide bestuurders toewerken naar een situatie waarin baten ontbreken op het moment van ontbinding (de baten worden bijvoorbeeld weggesluisd) om vervolgens de B.V. te ontbinden door middel van een turboliquidatie waarna de B.V. ophoudt te bestaan. Bovendien kan het bestuur van de geturboliquideerde B.V. ongehinderd de bedrijfsactiviteiten voortzetten in een nieuwe rechtspersoon. Schuldeisers worden in deze situatie geconfronteerd met een schuldenaar die niet meer bestaat, wat hen bemoeilijkt bij het starten van juridische procedures. Onbetaald gelaten schuldeisers beschikken veelal niet over de informatie die zij daarvoor nodig hebben.

De rechterlijke uitspraken laten zien dat malafide ontbindingen zich voordoen. De omvang is evenwel niet eenvoudig vast te stellen, omdat onregelmatigheden voorafgaand aan de ontbinding plaatsvonden en – anders dan bijvoorbeeld in faillissement – onbetaald gelaten schuldeisers niet zonder meer beschikken over de financiële administratie van de geturboliquideerde rechtspersoon. Schuldeisers die geconfronteerd worden met een geturboliquideerde debiteur kunnen verschillende juridische stappen in overweging nemen.

4. Door onbetaald gelaten schuldeisers te starten juridische procedures
Als de schuldeiser bekend is met – potentiële – baten van de rechtspersoon (bijvoorbeeld uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid, rekening-courantvordering etc.), dan kan hij de rechtbank verzoeken om een vereffening in welk kader de rechtspersoon herleeft. De drempel voor het aannemen van baten is laag volgens vaste rechtspraak. Niettemin moet de schuldeiser wel over informatie beschikken waaruit het bestaan van baten kan worden afgeleid. De schuldeiser kan daarnaast het voormalig bestuur van de beëindigde rechtspersoon onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk stellen. De drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid ligt hoog en moet goed worden onderbouwd door de schuldeiser. Tot slot kan de schuldeiser het faillissement van de beëindigde rechtspersoon aanvragen. Daarvoor hoeft de rechtspersoon niet eerst te herleven. Voor toewijzing van het faillissementsverzoek moet de schuldeiser – naast het bestaan van een bate – aantonen dat minstens één andere schuldeiser ook door de geturboliquideerde rechtspersoon onbetaald is gebleven.

Voor het instellen van de genoemde procedures hebben de schuldeisers informatie nodig die bij een turboliquidatie meestal niet beschikbaar is. De meest recente gegevens zullen zij kunnen halen uit de gedeponeerde jaarrekening van het voorgaande boekjaar in geval van een geturboliquideerde B.V. De meest recente jaarrekening geeft echter geen overzicht van de vermogenstoestand van de beëindigde B.V. direct voorafgaand aan de ontbinding, terwijl dat juist van belang is voor schuldeisers die zoeken naar een bate van de rechtspersoon om vervolgens het faillissement van de ontbonden rechtspersoon aan te vragen.

Van Odijk Advocaten B.V. kan u adviseren en begeleiden bij het aanvragen van het faillissement van een geturboliquideerde rechtspersoon.

Deze blog is geschreven door mr. drs. Robbert Kraaijvanger, advocaat bij Van Odijk Advocaten B.V. (030-251 64 24, rkraaijvanger@vanodijk.nl).