Update StiPP pensioen: slecht nieuws?
In vervolg op mijn eerdere blog over StiPP, StiPP pensioen ook verplicht voor detacheerders?, hierbij een korte update over de laatste stand van zaken in de StiPP rechtspraak.
Aan de orde in de rechtspraak is de vraag of het vervullen van een allocatiefunctie (mede) bepalend is voor de vraag of er sprake is van een uitzendonderneming en van uitzendovereenkomsten. Van een allocatiefunctie is sprake als werkgevers er hun bedrijf van maken om vraag en aanbod van tijdelijke arbeid bij elkaar te brengen.
De kantonrechter te Amsterdam oordeelde op 1 juli 2013 in de Care4Care zaak dat de werkgever die geen allocatiefunctie vervult, niet valt onder de werking van artikel 7:690 BW en dus ook niet onder het verplichtstellingsbesluit tot deelname aan het StiPP pensioen.
Op deze Care4Care uitspraak wordt in het verweer tegen aansluiting bij StiPP uiteraard veelvuldig een beroep gedaan. De allocatiefunctie vormt een mooie aanvulling op de andere gronden die pleiten tegen een aansluiting bij StiPP. StiPP heeft echter hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter. Deze uitspraak ligt dus nog ter beoordeling voor bij het hof. Het wachten is daar nu op.
Echter, in een andere zaak heeft het hof zich recent, 9 september 2014, ondertussen al uitgesproken over de allocatiefunctie. Het hof oordeelde in de zaak Freshconnections tegen StiPP:
“Voor zover Freshconnections heeft aangevoerd dat meer of andere eisen gelden (lees: naast de vraag of sprake is van een uitzendonderneming en een uitzendovereenkomst), zoals een uitzendbeding in de arbeidsovereenkomsten van degenen die ter beschikking zijn gesteld, berust dat op onjuiste lezing van het besluit. Hetzelfde geldt voor het beroep dat Freshconnections erop heeft gedaan dat zij geen allocatiefunctie verricht. Die eis is in artikel 7:690 BW niet te lezen, noch vloeit zij daaruit voort.”
Het hof lijkt met grote stappen, zonder nadere motivering, de allocatiefunctie van tafel te vegen. Dit schetst verbazing aangezien die allocatiefunctie bepaald niet uit de lucht kwam vallen. De allocatiefunctie was stevig gegrond op de wetsgeschiedenis van artikel 7:690 BW en andere relevante regelgeving. Mogelijk wordt er nog cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het hof.
Ondertussen blijft het wachten natuurlijk op het arrest in de Care4Care zaak. De verwachtingen over dat arrest zijn uiteraard op basis van Freshconnections minder positief.
Toch blijven er genoeg argumenten over om te strijden tegen een aansluiting bij StiPP, ook als de allocatiefunctie het veld moet ruimen.
Zelfs als aansluiting onvermijdelijk lijkt, zijn er nog andere mogelijkheden om de schade te beperken. Bijvoorbeeld als er voor het personeel een ander pensioen is afgesloten. Vaak is dat andere pensioen afgesloten op basis van een advies. Als u toen niet bent gewezen op een eventuele verplichte aansluiting bij StiPP is de pensioenadviseur / tussenpersoon / intermediair / verzekeraar mogelijk tekort geschoten. Op grond van dit tekortschieten kan diegene aansprakelijk zijn voor uw schade en kosten.
Wilt u meer weten over verplichte deelname aan het StiPP pensioenfonds, hoe om te gaan met een aanschrijving, het voeren van verweer daartegen, of het verhalen van uw schade? Neem dan vrijblijvend contact op met Joop M. Deveer.